Herinneringen van een esk.commandant

bakpao en uiteraard de niet weg te denken bitterballen, nasi- of bami hapjes en andere snacks uit de frituur. Op het Koninginnebal dat in 1984 aan 103CV werd gedelegeerd, werd de gasten door de officieren een tableau vivant gepresenteerd dat deed denken aan een moderne uitvoering van de Nachtwacht. Zij het met hier en daar een vroeg vetrolletje vaag zichtbaar. Officieren en onderofficieren hadden ieder hun eigen feesten en partijen. Zo waren daar Trakehnerbal, Koninginnebal, bataljonsdiners, parate feestdagen (het ene jaar Kerst, het andere Oud&Nieuw), parate zondagen (Frühschoppen), BBQ’en en kleinere evenementen in de eskadronsbar. Deze eskadronsbar werd gerund door de opper met een aantal beroepskaderleden en dienstplichtigen en was voor iedereen toegankelijk. Hoewel consumpties zeer betaalbaar waren, een biertje koste belastingvrij maar DM 0,25, werd er meestal een grote omzet en grote winst gehaald. Hiermee werden dan evenementen ondersteund, zoals het ouderweekend voor ouders, familie en vrienden van vooral dienstplichtige wachtmeesters, korporaals, trompetters en huzaren. 1979 - 1980 A-Esk 103 Verkbat; 79-4 kornet Arends, ritm Visser, elnt Beekman en elnt v.d Aker Er gebeurden natuurlijk ook ernstige dingen, waarvan ik er één de lezer niet wil onthouden. Op een normale kazerne dag had ik samen met de eskadronstaf regelmatig PC-bespreking. Zo’n bespreking werd op een dag door een kaderlid ‘verstoord’ met de mededeling dat dienstplichtig tirailleur B. op zijn legeringskamer was gevonden in een plas bloed. Onmiddellijk toegepaste ZHKH en noodhulp door de arts van het KZV bleken niet meer te baten. B. overleed later in het ziekenhuis. Uiteindelijk bleek dit het zelfverkozen einde te zijn van een tragisch verlopen jong leven. Een vertegenwoordiging van het eskadron, waaronder PC en EC, was aanwezig bij de uitvaart in Rotterdam. Het dagelijkse leven van een EC op de kazerne bestond verder voornamelijk uit personele, operationele en administratieve verantwoordelijkheden en werkzaamheden. Het handhaven van de discipline en de daarmee vaak gepaard gaande straf- of krijgstuchtelijke afdoening legde relatief veel beslag op mijn beschikbare werktijd en de levensvreugde van de huzaren. Hierbij dient te worden vermeld dat wij in Duitsland helemaal niet mochten klagen over de instelling van onze dienstplichtigen, die hier toch wel vaak op vrijwillige basis voor hadden ‘gekozen’. Gemiddeld had ik als “tot straffen bevoegde meerdere (tsbm)” per dienstplicht periode van tien maanden zo’n 120 krijgstuchtelijke afdoeningen. In absolute zin was dit afnemend door 135

137 Online Touch Herinneringen van een esk.commandant Home


You need flash player to view this online publication